Begraven Buurkerk
Theodora van Kuijk, weduwe van Matthijs van Oostrum in de Strooijsteegh, laat na 1 o k.k. (onmondig kinds kind)
begragen met dragers.
Datum | Inhoud | Bron |
---|---|---|
01-01-1699 | Huis op de Hoogewoert | Regionale Archieven Leiden, Eigendoms Records 1642 - 1811 |
12-04-1718 | Akkoord - over nalatenschap van Sophia van Kuyk | https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BB7936B4642E0534701000A17FD |
16-07-1735 | Huis vrouwenkamp, Overmare landzijde | Regionale Archieven Leiden, Eigendoms Records 1642 - 1811 |
11-09-1736 | Testament van Dirkje van Kuyk, wonende in de Bakkersteegh, in leven wed. Matthys van Oostrum. Erfgenamen zijn haar dochters Johanna en Ida en kleinzoon Wijnand. Met seclusie van de momberkamer. In den Naame des Heere, Amen Kennelijk een ijgelijk dient behoort dat, inden Jaars na de Geboorte onzes Heere ende Zalighmaker Jesu Christij, Een duijzent zevenhondert ses endartigh op den Elffden Dagh der maand September des voornoens de klokke omtrent Elff uuren, voor mijn Patricius Hendrik Lindsaij Notaris S' Hoofs van Utrecht, binnen Utrecht residerende ende bij de Ed: Achtbare Heeren Borgermeester en de vroedschappe der zelve Stadt geadmitteert, in presentis van de nagenoemde getuijgen, in eijgener persoon gekomen ende Gecompareerd is, Dirkie van Kuijk wed: van wijlen Mathijs van Oostrum, in Leven Borger alhier, ons Notaris en Getuijgen bekent, te kennen gevende in overweeginge genomen te hebben de algemeene Swakheijt ende Broos- heijt des menschelijken Levens hier op Aarden, de zeker heijt des doods, ende onzeekere tijd, en de Uure van dien welke onzekere uure de Comparante wilde voorkomen met dispositie Testamentair harer tijdelijke Goederen ten welken eijnde de Comparante vanden Edelen hove van Utrecht heeft geobtineert opens bezegelde Brieve van Octroy in dato den achtentwintigsten September 1735 Edogh Verklaarde Comparante alvoorens haar onsterf felijke Ziele wanneer die van haar Lichaam zal verscheijden te beveelen inde genadige ende Ontfermende Handt Gods, ende haar afgestorven Lichaam de Christelijke begravenisse ter aarden. Ende komende dan tot dispositie Testamentair haarer Tijdelijke Goederen, de Comparante door God Almachtigh verleent; zoo verklaarden de Comparante te Legateren aan haare Twee dochteren met Naamen Johanna van Oostrum, ende Ida van Oostrum, alle haaren Imboedel. Meubilen ende Huijsraad, midsgaders alle het voor deel recht dat haar Comparante inden Boedel van haar overleeden Man zaliger toegedeelt is, en competerende was, midsgaders alle haare kleederen zoo zijde, Linnen, als wolle tot haaren lijve behorende, ook het Goud en Zilver zoo tot haren lijve als anders dat op haar overlijden bevonden zal worden, mids dat haar Comparante 's gemelde Dochters daar voor in den Boedel zullen moeten Inbrengen, de somma van zevenhonderd Guldens, omme onder haar Comparantes Erffgenamen verdeelt te werden. Verders Verklaarden de Comparante tot haare eenige en Univerzeele, Erffgenamen, te nomineeren, te roepen ende te Institueeren, gelijk de Comparante nomineert roept, ende Institueert bij deezen, haare gemelde Twee Dochteren Johanna van Oostrum, ende Ida van Oostrum midsgaders Wijnand van Oostrum zijnde het nagelaten minderjarige kindt van haar overleeden Soon Anthonij van Oostrum en Maria vander Horst in Leven Echtelieden dat in alle de goederen roerende ende onroerende Actien ende Crediten, geens uytgesondert boven voornoemde Legaat Schuld, en doodschuld overschietende en de bij haar Compnte: met der doods te ontruijmen, Edoch met deezen verstande en Expresse wil, en begeerte van de Testatrice dat de portie van den gemelden Wijnand van Oostrum gedurende zijnd minderjarigheijt ende voor dat hij bereijkt zal hebben den ouderdom van volle Vijffentwintigh Jaaren, zal zijn ende blijven onder het op sicht en bewaringe van die geen die de voogdije overden zelven Wijnand van Oostrum is toevertrouwt en dat den zelven Wijnand van Oostrum in geenerlij Wijze daar over zal vermogen te disponeeren, maar dat indien hij voor zyn vijff en twintigh Jaren komt te overlijden zyn geerfde derde part in haar Testatrices nalatenschap zal moeten komen, ende Erven, op haar Testatrices voornoemde Twee Dochteren Johanna van Oostrum en de Ida van Oostum, ijder voor de helfte, off bij vooroverlijden van een van beyde off de Langstlevenden, in dat geval dezelve beijde off den Langstlevende daar toe substitu- eerende mids deezen: Vervolgens verklaarden de Testatrice uijt haaren Boedel ende nalatenschap te secluderen ende uijttesluijten de Ed: Achtbare Heeren Borgermeesteren en Vroedschappe dezer Stadt, haar Ed: Achtb: Heeren gecommitteerden ter Momboir Camer, en voorts allen anderen, met willende dat aan de zelve eenige openinge haares Boedels gegeven veel min Staat off Inventaris gelevert zal werden Alle het welke voorschreven Staat, verklaarden de Comparante te weezen haar Testament, Laatste ende uijtterste Wille dewelke zij begeert dat na haar Doodt Stand grijpen, en effect sorteeren zal t' zij als Testament Codicil, Gifte onder den Levende, offte ter zaake des doods, zoo als het zal naar goedertier en Rechte en Costuijm van den Lande in Crachte van den voorn den: Octroij zal konnen ende mogen bestaan al waren eenige solemniteijten na Rechten gerequireert niet na behoren geobserveert dezelve houdende voor geinserreert versoekende hier van Instrument offte Acte in Forma die deeze is, aldus gedaan ende gepasseert binnen Utrecht ten huijze van de Comparante. inde Bakkersteegh ter presentie van Juliaan van Meegen ende Selis Otterspoor beijde Borgers dezer Stad als gelooff weerdige getuijgen hier toe versocht. | https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BB8CB4E4642E0534701000A17FD |
08-04-1739 | Koopt huysinge of camere c.a. in de Stroisteegh | https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BBB049D4642E0534701000A17FD |
04-03-1741 | Verkoop van het Web of Witte Laeken in de Choorstraat | https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BBAA25C4642E0534701000A17FD |
25-11-1741 | Koopt 2 huysen c.a. zynde tot vier wooningen geapproprieerd. Locatie: Swarte water. Borg door Steven van Gifhuyzen. | https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BBA4E3A4642E0534701000A17FD |
01-10-1742 | Huis Hooigracht | Regionale Archieven Leiden, Eigendoms Records 1642 - 1811 |
31-12-1742 | Schuldbekentenis van 2300 gulden van Frederik van Ysendoorn, wonende buyten Wittevrouwepoort, aan Dirckje in verband met een lening. | https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BBB0F894642E0534701000A17FD |
03-01-1746 | Voogdbenoeming - over Wynand van Oostrum, kleinzoon. Voogden: Steeven van Gifhuysen en Anthony Borski. | https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BB8CB234642E0534701000A17FD |
20-02-1748 | Procuratie - om verklaring onder ede af te leggen voor de liberale gifte | https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BBB07C94642E0534701000A17FD |
04-09-1752 | Verdeling nalatenschap van Dirckje. Erfgenamen: Johanna van Oostrum (vertegenwoordigd door haar man Steven van Gifhuysen), Ida van Oostrum en Wijnand van Oostrum. Aanwezig: Anthony Borski, voogd van Wijnand. | https://hetutrechtsarchief.nl/collectie/609C5BBB0E3C4642E0534701000A17FD |
Aangemaakt op 2-1-2024 14:57:51